Vanwege wanprestatie legt de provincie Limburg een boete van 915.000 euro op aan Arriva. Het OV-bedrijf zit – als zovele Nederlandse OV-bedrijven – met een dubbel probleem. Door permanent gebrek aan personeel is het onmogelijk om de dienstregeling volledig waar te maken. Bovendien is het aantal reizigers dat in bus of trein stapt nog altijd fors lager dan voor de coronapandemie. En met dat laatste had de provincie wel wat meer rekening mogen houden, meent Arriva.
Een vergelijking tussen voorjaar 2019 en voorjaar 2024 spreekt boekdelen. Arriva telde dit voorjaar gemiddeld 7.500 minder busreizigers per dag en 5.500 minder dagelijkse treinreizigers. De daling zit vooral op doordeweekse dagen, als mensen naar werk of school reizen. Het financieel bedrijfsresultaat staat fors onder druk, maar exacte winst- en omzetcijfers geeft Arriva niet.
Maar de boete van de provincie Limburg gaat niet over het aantal passagiers, maar over de kwaliteit van de dienstverlening. Arriva krijgt jaarlijks een exploitatiebijdrage van een kleine 70 miljoen euro om het regionale bus- en treinvervoer in Limburg te verzorgen. In het contract staan talloze voorwaarden. Pas deze week werd de balans opgemaakt voor het jaar 2022.
Arriva moet de boete betalen vanwege de meer dan toegestane uitval van ritten en het regelmatig niet op tijd rijden. En dan heeft de provincie al genoegen genomen met een afgeschaalde dienstregeling in de nasleep van de corona-periode. “Hoewel wij begrip hebben voor de situatie door de nasleep van de Covid-pandemie, vinden wij de impact van de uitval op de reizigers groot genoeg om een boete op te leggen”, schrijft gedeputeerde Jasper Kuntzelaers (PvdA).
Arriva heeft totaal geen begrip voor de boete van de provincie. Dat blijkt uit de woorden van Michiel Cusell, regiodirecteur van Arriva Limburg bij L1: “We zijn zeer teleurgesteld en het voelt als een klap in het gezicht van onze collega’s die iedere dag met hart en ziel werken om onze reizigers een veilige en betrouwbare reis te bieden. Wij begrijpen dat de provincie Limburg een operationele beoordeling uitvoert. Echter, 2022 was een jaar van ongekende uitdagingen door Covid-19. Een totaal andere wereld.”
In het overleg achter de schermen zal de ergernis van het OV-bedrijf ongetwijfeld aan de orde zijn geweest. Dat de provincie toch heeft doorgezet met een boete, geeft aan dat in het gouvernement het geduld lijkt op te raken. De klachten over de dienstregeling waren ook in 2023 veelvuldig te horen en dit jaar is het al niet anders. De kans is dan ook groot dat Arriva ook over deze jaren een boete moet gaan betalen. Uit een vorig jaar verschenen onderzoek van Ecorys blijkt dat Arriva wat betreft de treinen al vele jaren te veel uitval heeft. Bij de bussen ging het goed tot 2022 (zie foto).
De pas geopende directe Drielandentrein op de route Aken-Heerlen-Maastricht-Luik is een goed voorbeeld van de problemen bij het vervoersbedrijf. Om de haverklap vallen ritten uit. “Of het nu komt door personeelsuitval, materieeluitval of een vertraagde goederentrein die er tussendoor wordt gepland: de reiziger kan niet rekenen op een betrouwbare dienstregeling”, klaagde reizigersorganisatie Rover vorige maand.
Via een Europese aanbesteding heeft de provincie in 2016 Arriva gekozen als regionale vervoerder in Limburg. De zogenoemde OV-concessie loopt tot 2031. Het gaat om het openbare busvervoer en een aantal treintrajecten in de provincie. Het totale contract gaat om een bedrag van bijna een miljard euro. Eigenaar van Arriva is sinds dit jaar het Amerikaanse investeringsfonds I Squared Capital.
De tijd zal leren of Arriva de personeelsproblemen onder controle heeft. Vorige maand kregen Provinciale Staten te horen van de Arriva-managers dat bij de trein de personele situatie ‘bijna op orde is’. Er zijn afgelopen maanden weer zo’n 20 nieuwe machinisten ingestroomd en het ziekteverzuim is gedaald naar 6,5 procent, wat nog steeds een heel hoog percentage is.
‘Bijna op orde’ blijkt in de praktijk niet op orde. Arriva maakte onlangs bekend dat er vanaf deze week tot zeker eind november minder treinen rijden op de Heuvelland-lijn. Ook de trein tussen Heerlen en Sittard rijdt voorlopig één keer per uur. “Naast de twee intercity-verbindingen van NS heeft de reiziger daarmee drie keer per uur een verbinding tussen Heerlen en Sittard”, schrijft Arriva ongetwijfeld met pijn in het hart. De NS biedt meer service dan Arriva in het eigen verzorgingsgebied.
Al met al verwacht Arriva dit jaar uit te komen op 13,2 miljoen reizigers in totaal (8,7 miljoen bus, 4,4 miljoen trein). Die prognose ligt bijna 300.000 reizigers (2,2 procent) lager dan begroot. Vergeleken met vorig jaar zit de groei er weer in, maar vergeleken met 2019 liggen de cijfers nog altijd 11 procent lager.
De provinciale boete hoeft Arriva niet persé over te maken aan de provincie. “We volgen hierbij het voorbeeld van de Rijksoverheid en vinden dat het boetebedrag op een of andere manier ten goede moet komen aan de reiziger of de kwaliteit van het openbaar vervoer in Limburg,” schrijft de gedeputeerde. Arriva zal ongetwijfeld met plannen komen om het geld niet zomaar te hoeven over maken.
Bron: PV-magazine