Martin Bril

Dit is een gearchiveerde pagina die niet meer wordt bijgewerkt

© Volkrant 27 juni 2007

Er is iets aan de hand in Limburg. Je moet er wel een tijd rondrijden, voor je het in de gaten hebt. Het heeft te maken met de bushaltes van Veolia. De bijbehorende haltepalen zijn allemaal in geel plastic verpakt – het lijken wel lolly’s.
Iedereen kent de haltepaal.
In zijn eenvoud en zeggingskracht is hij onovertroffen: een stalen paal die in de grond steekt, een bord erbovenop: geel, met summiere informatie: hoe de locatie heet, het nummer van de buslijn die hier stopt en waar hij heengaat.
In Limburg dragen alle borden ook nog reclame van de firma Berden, mode en wonen. Op ooghoogte aan de paal hangt een rechthoekig schild met, achter vuil plexiglas, de dienstregeling. Soms is er een abri bij de paal, vaak ook niet. Dan staat de paal gewoon een haltepaal te zijn, een tijdloos element van het Hollandse landschap.

Tijdloos? Niet dus.
Belfeld is een dorp iets ten zuiden van Tegelen. Het ligt aan de drukke N271, die aan de oostkant van de Maas Venlo met Roermond verbindt. Iets buiten Belfeld liggen prachtige villa’s die uitkijken op het dal van de Maas: bomen die gisteren krom stonden in de wind, grazende paarden, een schip dat passeerde. En uitgerekend daar trof ik twee Hagenaars van de Vermolen Groep, wegwijs in verkeersveilige communicatie. Ze waren bezig een haltepaal uit de grond te graven. Verderop stond hun vrachtwagen, de laadbak vol nieuwe palen – een soort zuil op een stokje, de zogenaamde I-bus.

Tussen de bedrijven door waren de mannen, Rick en Michael, bereid toelichting te geven. Ze waren een paar maanden geleden in het uiterste noorden van Limburg begonnen.
Ze logeerden in een vakantiehuisje in Blitterswijck, bij Venray. Ze vervingen zo’n twintig palen per dag.
Ze deden nu even Belfeld, maar daarna gingen ze weer naar boven, naar Venlo en Blerick – ja, erg veel systeem zat er niet in de werkzaamheden. Ze waren vandaag met z’n tweeën, maar ook weleens met z’n drieën. Elders in Limburg was nog een ander duo met hetzelfde werk bezig. In totaal gingen ze 3.500 palen plaatsen. Ja, het was leuk werk, want je zag nog eens iets. En ze wisten in Venray een goeie Griek, daar hoefde je geen voorgerecht te bestellen, zo veel kreeg je te eten. Dit alles kwam er met Haagse tongval uit.

De nieuwe haltepaal werd nu van de vrachtwagen gehaald. Er werd een anker aan gezet en toen plaatsten ze hem in het oude gat. Hij was minder hoog dan de oude haltepaal, en ook zeker niet imponerend, maar wel modern en lullig. Ook was hij al voorzien van de reclame-uiting van de firma Berden, mode en wonen. De Hagenaars schepten het gat vol aarde, stampten de boel goed aan en legden de paar verzakte stoeptegels die ze hadden verwijderd om de oude paal te kunnen bevrijden weer keurig terug, even verzakt.

De I-bus stond, nu de administratie. Er kwam een indrukwekkend pak papier te voorschijn waarop moest worden aangekruist waar we nu waren: Rijksweg Zuid, Belfeld.
Daarna ontvingen ze de GPS-coördinaten van de locatie en ook die werden genoteerd, ja, de nieuwe haltepaal was een feit. Alleen nog een belletje naar het busbedrijf, dan kwam er morgen een mannetje om de dienstregeling in de zuil te hangen – of niet, maar dan kwam hij overmorgen.

Tsja.
Ergens na de zomer moet heel Limburg dus aan de I-bus zijn. Het zal wennen zijn, zonder de oude, stramme haltepalen, die eenzame wachters langs ’s Heren wegen.